Ik neem graag deel aan het carnaval met vrienden en mijn familie, omdat ik van de sfeer houd. Ik deed het al, toen ik nog een kind was.
Het carnaval van Basècles duurt vier weekends. Het eerste weekend is er een stoet met drumstellen en het tweede is met muziek. Elke groep maakt een wandeling in het dorp en gaat iets drinken in de bar van andere groepen. Daarna is een verkleedpartij met een kleine wedstrijd tussen sommige groepen. Alle mensen kunnen zich opgeven en maken een dans met een vermomming. Het laatste weekend zijn er twee evenementen: vrijdagavond hebben alle groepen afspraak voor de opening van het carnaval en zaterdag is het dag van de stoet.
Er zijn ongeveer twintig groepen die hun eigen kostuums en hun dansen hebben. Er is een grote verscheidenheid in groepen. De voornaamste is “Les Crocheux basèclois”, omdat het de eerste groep is die het carnaval heeft gesticht. Ze hebben de plaatselijke sport “Le crossage” teruggebracht. Ze worden samen met hun vrouwen “Les Basoutières” genoemd. Er zijn ook “Les fleurs en folie” die zich als bloemen vermommen of “Les Basoulous” die een Afrikaanse stam voorstellen en veel andere. Ze maken de voorstelling voor veel mensen. Ik vind dat het carnaval mooi is dankzij hen.
Er is het lied “Basèque ch’est l’pu biau des villôges” dat de mensen zingen. Eigenlijk is het het enige moment dat veel mensen zich verenigen om de lange traditie van het dorp voort te zetten.
Source image : https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/a/a0/El_gendarme_Basecles.jpg
Attribution : Daniel71953, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons