Ik denk dat als we het over Wallonië hebben, het ook belangrijk is te onderstrepen dat daar Waals gesproken werd en nog steeds gesproken wordt. Deze prachtige taal, rijk aan geschiedenis, heeft overleefd dankzij onze ouderen.
Kopie van een deelnemer aan de Waalse voordrachtwedstrijd tussen scholen, 1984
Als we aan Wallonië denken, denken we aan de grotten, de bossen, de tabak van de Semois, de wol van de Vesder, de mijnen van de Borinage, het marmer en een groot aantal schrijvers en dichters zoals Maurice Carême, Georges Simenon, Jules Destrée, Hubert Krains, Arthur Masson, Charles Plisnier en vele anderen; maar we denken ook aan de Waalse taal. Er is immers geen Wallonië zonder « Waals », de taal die tot het begin van de 20e eeuw door de meerderheid van de in Franstalig België wonende bevolking werd gesproken. Alleen de opgeleiden en de hogere klasse spraken Frans. De arbeiders in de mijnen en in de metaalnijverheid waren vaak alleen in het Waals opgeleid.
Toen de Romeinen Gallië veroverden, werd Latijn geleidelijk de taal van de Kelten. De schaarse bevolking in het noorden van onze streken neigde naar een Germaanse taal, maar de dichtbevolkte zuidelijke streken behielden een gevestigde Romeinse beschaving. De taal evolueerde in de loop der eeuwen en in die tijd was het Romaans het wijdst verbreid. Pas in het begin van de 16e eeuw werd het Waals in sommige geschriften vermeld. In de 17e eeuw was er een echte kloof tussen de geschreven taal en de gesproken taal.
U moet ook weten dat het Waals ook in de Verenigde Staten wordt gesproken (Green Bay Wisconsin) door een Waalse kolonie die uit de 19e eeuw dateert, dat het aantal sprekers sinds de jaren 1930 sterk is gedaald, maar dat gelukkig in 1990 door België een decreet is goedgekeurd dat het « bestaan van endogene regionale talen » erkent.
Image bron: origineel exemplaar aan mij overhandigd door de deelnemer
Tekstbronnen :
< >Chantal Denis, 2012, « Dictionnaire français – wallon « d’après Nameur èt avaur-là » ».Masson Arthut, 1988, « Thanasse et Casimir », Bibliothèque Duculot.